Berteld Kok • 10 juni 2024

Angst hoort bij zwanger zijn. Te veel angst niet.

Als ze de coachruimte binnen stapt, is deze meteen gevuld met haar energie. Ze praat rusteloos, ademt hoog en raakt regelmatig buiten adem.
 
‘In mijn vorige zwangerschap had ik zoveel last van angsten dat ik met 40+6 weken ben ingeleid.
En nu, in deze tweede zwangerschap, begint mijn angst al bij 34 weken.
Ik word gek van mijzelf en dus zoek ik hulp.’
Ze kijkt me onrustig aan.
 
‘Goh’, zeg ik, ‘dus je bent erg bang dat de baby in jouw buik dood zal gaan.’
‘Ja’
‘Dat snap ik’ zeg ik.
Ze kijkt me een beetje verdwaasd aan.
‘Ja’, vervolg ik, ‘want zwanger zijn is hartstikke spannend en eng. En niemand kan jou garanderen dat het goed zal gaan. Ook ik niet.’
Haar blik verandert.
‘Zwanger zijn ís eng. Er is bijna nooit iets in het leven waar je je zo verantwoordelijk voor voelt en dat zó helemaal alleen op jou neerkomt. Jij draagt dat kindje in jouw buik. Jij voelt de bewegingen wel of niet, jij bent verantwoordelijk om op tijd aan de bel te trekken als er iets niet goed zou kunnen zijn. En niemand kan jou de garantie geven dat alles goed zal komen. Niet je man, niet je moeder, niet je verloskundige, niet de gynaecoloog en ook ik niet. Dat is hartstikke eng. Bang zijn in de zwangerschap is heel normaal.’
 
Ze schuift op haar stoel. ‘Dit antwoord had ik niet verwacht…’ zegt ze.
 

Van haar verloskundige coach leerde zij hoe ze zelf haar angst kon reguleren.

Ik leg haar nog een keer uit dat angst hoort bij zwanger zijn. Dat de angst er mag zijn en ze de angst niet hoeft weg te drukken. Maar dat het bij haar in een té grote vorm aanwezig is. Ik leer haar handvatten om de thermostaat van de angst, die bij haar regelmatig (op een schaal van 0 tot 10) op 10 staat, naar beneden te draaien. Ik vertel haar hoe ze haar man kan instrueren om haar te helpen als ze erg bang is.
 
Haar energie wordt rustiger, haar ademhaling dieper.
We spreken af dat ze aan de bel trekt als dat nodig is.
Ik hoor niets van haar.
 
Tot vorige week:
Ze appt: ‘Ik ben supergoed bevallen! Ik heb jouw oefeningen gedaan. Mijn man heeft me zo goed geholpen. De thermostaat hield ik op 5. Ik voel me zo blij en trots! Dank voor je steun.’
 

Meer client- en praktijkverhalen

door Claudia van Leent 28 april 2025
'Volgende maand zie ik je zwanger terug', zei de verloskundige tegen Emma na haar miskraam. ‘Dat gebeurt iedere vrouw, je kunt in ieder geval zwanger worden. Einde consult. Het was niet waar Emma behoefte aan had, toen ze haar vruchtje in het toilet zag liggen. Einde zwangerschap, maar ook het einde van haar dromen over deze baby. Emma was verdrietig dat haar eerste zwangerschap zo afliep. Ze voelde zich eenzaam na de woorden van de verloskundige. Wat had ze fout gedaan? Ze dacht nog niet aan een volgende zwangerschap, maar was nú teleurgesteld, verdrietig en boos. Ze had allerlei gevoelens waarvan ze niet wist of dat er nou bij hoorde. Wat moest ze er mee? Haar vriend wist dat ook niet en hield zich vast aan de woorden van de verloskundige. Die zou het toch wel weten? Een tijdje later was Emma weer zwanger. Ze verheugde zich op de komst van nieuw leven en voelde zich vanaf de eerste dag helemaal zwanger. Twee maanden later bleek het weer mis. Bloedverlies. Emma meldde zich bij de verloskundige, die na de echo constateerde dat het kindje niet meer leefde.  Ze werd naar huis gestuurd om haar lichaam zelf de tijd te geven de zwangerschap af te stoten. Het werd een verdrietige week. Bloedend en radeloos lag Emma op bed. Ze voelde zich verloren, leeg en had veel vragen. Haar vriend keek machteloos toe. Emma ging opnieuw een proces van rouw en verlies in, ook deze keer zonder steun van haar verloskundige. Weer die eenzaamheid. Weer herstellen. Ging het ooit goedkomen met haar? Kon zij wel een kindje dragen? Emma’s zelfvertrouwen had een flinke deuk opgelopen. De woorden van de verloskundige zingen nog altijd rond in haar gedachten: ‘Volgende maand zie ik je zwanger terug.’
door Ken je 23 april 2025
Fenneke luistert met een open hart
door Andrea Ivanovic 14 april 2025
Lieke vertelt over haar miskraam, nu een jaar geleden: Het overkwam mij, een miskraam. Ik weet dat het “veel voorkomt,” dat het iets is wat je lichaam vaak zelf oplost. Iedereen praat erover alsof het normaal is, alsof het gewoon een onderdeel van het leven is. Maar toen ik daar zat op het toilet, geconfronteerd met bloed en pijn na 10 weken zwangerschap, voelde het allesbehalve normaal. Het was alsof een stuk van mij werd weggerukt, een leegte die niemand leek te zien. Ik was verbaasd, zelfs een beetje geschrokken, hoeveel impact het op mij had. Het voelde alsof de wereld gewoon doorging, alsof niemand begreep hoe groot dat verlies voor mij was. Mijn lichaam had zijn ‘werk’ gedaan, maar mijn hart had het nog lang niet verwerkt. Ik voelde verdriet dat diep ging, een pijn die niet zomaar wegwaaide.  Wat me ook raakte, was hoe weinig aandacht er voor is. Het was alsof ik door moest, alsof rouw en verdriet niet helemaal gepast waren. Maar dat kon ik niet. Dit had tijd nodig. Ik moest ruimte vinden om dit te verwerken, om mezelf toe te staan verdrietig te zijn. Hoe ‘normaal’ het ook mag zijn voor anderen, het was allesbehalve gewoon voor mij.
Alle nieuwsberichten